De doopplechtigheid van Prins Willem Frederik op 17 september 1772 in de Grote Kerk te Den Haag. Prins Willem V houdt het kind ten doop, links prinses Wilhelmina van Pruisen met hofdames, rechts predikanten. Onder de voorstelling een vers van zes regels in het Nederlands, gedrukt van een aparte plaat. Hierin wordt grote vreugde uitgesproken over deze doop "daar t' Land zijn Heil van hoopt". Dichter J.F. verzucht tot slot: Wie moet niet wenschen, dat, tot Heil van 't Vaderland, De Oranjestam, Eeuw in, Eeuw uit, word' voortgeplant!

In 1650 besloot Willem II tot een verrassingsaanval in Amsterdam Hij kwam hiertoe, doordat de stad zijn plannen steeds dwarsboomde. Toen de overval was mislukt, moest de Prins buiten de stad met twee vertegenwoordigers van Amsterdam onderhandelen. Op de prent is te zien hoe de Amsterdamse regenten veel gewapende mannen hebben meegenomen. De Prins is met een klein gezelschap in zijn jacht over de Amstel gekomen. De prentenmaker kiest duidelijk de zijde van de Amsterdammers. Het onderschrift begint met hun vertegenwoordigers en een aantal belangrijke titels van Willem II worden weggelaten. Hij wordt alleen Graaf van Nassau genoemd, terwijl hij ook Prins van Oranje-Nassau en kapitein-generaal van de Unie was.

Omslag met Nederlandse en Fanse tekst en twee identieke prentjes van J. Besoet. Inhoud 4 prenten. 1. Paradezaal, 2. Het lijk op het praalbed, 3. Meetkunstige afbeelding van de zaal en praalbed van voren en 4.Hetzelfde ter regterzijde der zaal en linkerzijde van het praalbed. Gevolgd door 2 pagina's aan beide zijden gedrukt met Franse en Nederlandse tekst, "Beschryving van de Kamer en het Paradebeeld waar op het lighaam van Haare Koninglyke Hoogheid voor het Oog van het Publicq is ten toon gesteldt geweest."

Titel: Afbeelding van de Doop-plechtigheid van Willem den V. Geschied binnen 's Gravenhage in de Groote Kerk den 11 April Ao. 1748. Vader Willem IV houdt het kind tijdens het dopen vast, links kijkt de jonge moeder met hofdames toe. Er zijn veel gasten in de kerk aanwezig.